3/8

Industrieel bouwen met kwaliteit: inzichten van Imme de Jong

De mens achter de module

5 minuten leestijd

14 december 2025

Meer industriële woningbouw is één van de oplossingen om de woningbouw te versnellen. Maar hoe kan industriële bouw bijdragen aan leefbare, toekomstbestendige wijken? Die vraag stond centraal in het onderzoek van Imme de Jong, afgestudeerd in Vastgoedkunde en oud-stagiaire bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit. Tijdens haar stage onderzocht ze drie industrieel gerealiseerde projecten en bracht ze kansen, knelpunten en aanbevelingen in beeld. “Als we kwaliteit vooropstellen, maakt het voor de leefomgeving niet zoveel uit of we industrieel of traditioneel bouwen.”

“Mijn achtergrond ligt meer in projectontwikkeling dan in ruimtelijke ordening,” vertelt Imme de Jong. “Maar ik wilde mij juist verdiepen in de openbare ruimte en de kwaliteit daarvan.” Bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit kreeg zij de kans om zich te richten op een actueel thema: industriële woningbouw. In 2030 moet immers vijftig procent van alle nieuwbouw industrieel gerealiseerd worden. “Dat is een groot opkomend thema,” legt ze uit. “Maar de federatie maakt zich zorgen dat de omgevingskwaliteit in gevaar komt als we massaal industrieel gaan bouwen.”

Onderzoeksmethode

De Jong combineerde literatuuronderzoek met projectbezoeken en interviews met betrokken professionals. De architecten gaven juist veel inhoudelijke inzichten, terwijl gemeenteadviseurs vooral op regels focusten. “Dat contrast was interessant,” vindt De Jong. Ze toetste de drie projecten aan acht criteria: governance, functionaliteit, milieu, economie, genius loci (geest van de plek), schoonheid, context en diversiteit. Ook verspreidde De Jong enquêtes onder bewoners, al leverde dat laatste weinig reacties op. “De enquêtes bevestigden wat de betrokkenen al zeiden, maar ze leverden helaas geen nieuwe inzichten.”

Drie projecten, drie uitkomsten

Wat bepaalt de kwaliteit van een wijk?

Uit onderzoek van Imme de Jong blijkt dat drie factoren bepalend zijn voor de kwaliteit van industrieel gebouwde wijken.

Voorbeeldwijk
Participatie

Bewoners betrekken vergroot sociale samenhang

Beeldkwaliteitsplan

Richtlijnen zorgen voor groen en variatie

Voldoende budget

Betere afwerking en diversiteit in materialen

Voor haar afstudeerscriptie analyseerde De Jong drie zeer uiteenlopende projecten: de Rivierduinen in Silvolde, de Vossenburglaan in Meerstad en de Stadhouderslaan in Ridderkerk.

Rivierduinen werd gekozen als een ideaal voorbeeldproject, waarbij bewust is ingezet op duurzaamheid en inclusiviteit. “Het kwaliteitsteam en de landschapsarchitect zijn samen aan de slag gegaan om een gezellige, groene woonomgeving te creëren, met gezamenlijke tuinen en een collectieve moestuin. Het resultaat is een echt mooie gemeenschap,” vertelt ze.

De Vossenburglaan liet juist zien hoe een beeldkwaliteitsplan vanuit de gemeente de ruimtelijke kwaliteit kan bewaken. De bouwer moest zich aan strikte beleidskaders houden. “Er was van tevoren door de gemeente bepaald hoe groot de tuinen moesten worden en hoe de huizen eruit mochten zien,” legt De Jong uit. De nabijgelegen Groningse dorpjes werden hierbij aangehouden als blauwdruk. “Dit was niet makkelijk voor de bouwer, die moest zijn industriële systemen daarop aanpassen. Maar het project is geslaagd en de nieuwbouw is van goede kwaliteit.”

Heel anders was de Stadhouderslaan. “Dat project bestond uit sociale huur, er was minder budget en weinig aandacht voor de omgeving,” zegt De Jong. En dat is terug te zien in het resultaat. “De huizen zien er allemaal hetzelfde uit. Bewoners hebben nauwelijks contact en tuinen zijn vaak verhard. Het is een eenheidsworst geworden.”

Kansen en knelpunten

“Er kwamen enkele nuttige bevindingen uit de analyse,” vertelt De Jong verder. Industriële woningbouw maakt snelle en betaalbare bouw mogelijk. Ook biedt het mogelijkheden voor nieuwe woonconcepten, zoals collectieve en landschappelijke woonvormen. Daarbij is deze bouwmethode modulair en makkelijk aan te passen aan de eisen van elk nieuw project. Het efficiënte onderhoud maakt industriële bouw ook uiterst geschikt voor woningcorporaties. “Ik heb iemand geïnterviewd van de woningcorporatie bij de Stadhouderslaan. Zij gaf aan dat ze nog niet eerder zo’n hoog rendement op een project hadden gemaakt. De industriële bouwmethodes maakten de bouw zeer voordelig.”

De Jong ziet naast voordelen echter ook de risico’s van industrieel bouwen. “Zonder actieve bewonersparticipatie verdwijnt sociale samenhang uit de buurt. Uniforme woningen maken wijken saai en duurzaamheidsambities sneuvelen vaak in de uitvoering,” zegt ze. Ook de beperkte flexibiliteit van veel woningen maakt ze minder toekomstbestendig.

Aanbevelingen

Volgens De Jong moeten bouwers dus inzetten op variatie en flexibiliteit. “Bouwers weten natuurlijk niet van tevoren wie er in de huizen intrekt, maar modules die je in verschillende opstellingen kunt gebruiken, maken woningen al persoonlijker en levensloopbestendig.” Ook een goede afwerking voorkomt kwaliteitsverlies. “Zelfs iets kleins, zoals het gebruik van een leuk kleurtje voor de voegen, heeft al effect op het woonplezier,” verklaart ze. “Bouwers moeten goed kijken naar de identiteit van een plek en of het ontwerp daarbij past.” Ook bewoners moeten eerder worden betrokken. “In geen van de projecten mochten zij meedenken. Dat leidt tot afstand. Terwijl gezamenlijke keuzes over tuinen of parkeerplekken juist verbondenheid creëren.”

Gemeenten

Voor gemeenten ligt de taak in het stellen van duidelijke kaders. “Een beeldkwaliteitsplan of kwaliteitsteam moet standaard onderdeel zijn van tenders en omgevingsplannen,” benadrukt De Jong. Daarnaast kunnen eisen voor diversiteit en klimaatbestendigheid bijdragen aan leefbare wijken.

De Jong kijkt met voldoening terug op haar tijd bij de Federatie. “Het was mijn eerste grote onderzoek en soms best lastig,” zegt ze. “Maar ik denk dat het belangrijk is om te laten zien dat industrieel bouwen en ruimtelijke kwaliteit samen kunnen gaan. Als we kwaliteit vooropstellen, maakt het voor de leefomgeving niet zoveel uit of we industrieel of traditioneel bouwen. Projecten met industriële methoden worden dan alleen sneller gerealiseerd en kunnen dus een uitkomst bieden.” De Federatie Ruimtelijke Kwaliteit gaat nu voortbouwen op het onderzoek van De Jong en neemt de conclusies mee naar de volgende fase.

Wil je als bouwer, opdrachtgever of gemeente alle aanbevelingen meenemen in toekomstige projecten? Het volledige onderzoek van Imme de Jong is te lezen op de website van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: De mens achter de module: industriële woningbouw met omgevingskwaliteit.