Circulaire waardeketen en een integraal realisatieproces
Hendriks gaat voor duurzaamheid met een lange adem
26 oktober 2025

Voor Carl Dolmans, directeur van Hendriks in Oss, is duurzaamheid geen trend, maar een persoonlijke missie. Als vader werd hij zich steeds bewuster van de wens om de wereld beter achter te laten dan hij die kreeg. Drie jaar geleden maakte hij daarom de overstap naar het familiebedrijf Hendriks, dat een sterke koers vaart en een voortrekkersrol vervult in de duurzaamheidstransitie. De sleutel? Slim omgaan met grondstoffen en samenwerking opzoeken waar dat echt verschil maakt.
Het motto van het familiebedrijf “Hendriks maakt het voor generaties”, vormt de kern van de bedrijfsvoering. Lange partnerschappen en een consistente visie creëren stabiliteit en dat is volgens Carl essentieel: “Als je echt duurzame stappen wil maken en niet alleen koploper wilt zijn maar ook blíj́ven, dan moet je projectoverstijgend denken en een lange adem hebben.”
Van beperkingen naar kansen
Carl begon bij Hendriks in een turbulente tijd: “We hadden te maken met oorlogen, de energiecrisis en het containerschip dat het Suezkanaal blokkeerde. Dat beïnvloedde de beschikbaarheid én betaalbaarheid van bouwproducten. Omdat wij veel werken met woningcorporaties, waar betaalbaarheid cruciaal is, merkten we dat we de prijs op een bepaald moment niet meer konden verantwoorden. We wilden meer grip krijgen op grondstoffen.”
Grondstoffen als basis
Die grip vond Hendriks door te innoveren en bewust om te gaan met grondstoffen: “Je kunt wel herbruikbare onderdelen produceren, bijvoorbeeld kozijnen, maar wat je vaak ziet is dat regelgeving hieromtrent in de loop van de tijd verandert. Over tien jaar kan het dus zijn dat je dat kozijn niet meer mág gebruiken. Juist daarom focussen wij op slim bezig zijn met de grondstoffen, want die kun je altijd opnieuw inzetten.”

Daarom investeert Hendriks in technologie om circulaire materialen te ontwikkelen. “Om niet meer afhankelijk te zijn van grondstoffen die verscheept moeten worden, investeren we in machines die grondstoffen kunnen creëren voor circulaire producten.” Een voorbeeld is de NXT Seperator, waarmee betonpuin wordt gebroken en er met de uitkomende producten (zand, grind en vulstof) circulair beton kan worden geproduceerd. “Om dat voor elkaar te krijgen, moet je samenwerkingsverbanden aangaan met bedrijven die duurzame materialen produceren die wij vervolgens kunnen toepassen. Alleen met samenwerkingen bereik je een schaal die groot genoeg is om dit soort projecten tot een goed einde te brengen.”
“
Een fabriek zonder productie
Hoewel Hendriks een integrale bouwer is die veel zelf bedenkt, maakt en beheert kiest het bedrijf bewust voor samenwerking boven eigen productie. “We willen bijvoorbeeld geen grote eigen fabrieken, omdat je dan een andere concurrentiepositie en belangen krijgt die de balans tussen verschillende partijen verstoren. Daarnaast zouden wij genoodzaakt zijn om aan produceren te verdienen, waardoor je niet meer de focus hebt op je eigen expertise.”
In plaats daarvan ontstond de Modulefabrique, een virtuele plek waar modules worden ontworpen en geëngineerd. “Onze productiepartners produceren en op onze bouwplaatsen zetten we de modules op een slimme manier in elkaar.” Het doel van die modules is helder: “Deze maken we zodat de grondstoffen die erin zitten herbruikbaar zijn. Wanneer gebouwen dus ontmanteld worden, kunnen de grondstoffen opnieuw ‘geoogst’ worden.”
Op zoek naar gelijkgestemden
Voor de Modulefabrique zocht Hendriks partners met een vergelijkbare visie. Carl: “Ten eerste moet je erkennen dat je niet alles alleen kunt en moet willen doen. Vervolgens moet je op zoek gaan naar partners die vanuit dezelfde intrinsieke motivatie ergens naar kijken.” Daarbij zijn duurzaamheid en betaalbaarheid essentieel: “We maken woningen betaalbaar én duurzaam. Daar is geen discussie over mogelijk. Wij zien wel dat schaal hierin belangrijk is. Wij hebben een heel ecosysteem gebouwd bij Hendriks en dat geldt niet voor ieder bedrijf. Maar als middelgroot bedrijf kan je die schaal wel vinden in samenwerkingen.”
Praktijk boven theorie
Bij Hendriks ligt de nadruk op praktische oplossingen. “We zien de voordelen van houtbouw, maar tegelijkertijd denken we dat bijvoorbeeld beton niet zomaar uitgebannen kan worden. Dit heeft ook te maken met zaken als regelgeving en de constructieve, brandtechnische en bouwfysische grenzen van materialen. We kijken wel hoe we er zo goed mogelijk mee omgaan. We zien bijvoorbeeld dat er nog heel veel beton is dat we kunnen gebruiken uit ontmantelde gebouwen. Ook hier geldt weer: ga goed om met die grondstoffen en werk samen met partijen die dat ook zien. Denk aan sloopbedrijven. Uitvogelen hoe je de samenwerking het beste en eerlijk vormgeeft, kan wat moeite kosten, maar levert wel mooie resultaten op.”
Ook op andere gebieden, vliegt Hendriks de duurzaamheidstransitie simpel aan, ze stellen namelijk dat de markt toe is aan middelen om circulariteit concreet te maken. Carl legt uit: “Denk bijvoorbeeld aan een menukaart, ontwikkeld door onze productontwikkelaar en specialist biobased en circulaire materialen Stefani van Vught, die weegt hoeveel impact bepaalde materialen maken. Deze classificatie ontwikkelen we en vervolgens proberen we ook collega’s te informeren over welke producten het meest effectief zijn. Zo geef je anderen handvatten.
“
Door te delen blijf je aan kop
Volgens Carl schuilt het geheim van Hendriks’ koploperschap in delen: “Alleen door te delen en van elkaar te leren kom je verder. Er is heel veel nieuwe kennis, ook in kleine bedrijven, zoals start-ups. Vroeger was je daar minder mee bezig in de bouwsector, maar nu, als je wil opschalen, moet je daar juist oog voor hebben. En die opschaling is hard nodig om de betaalbaarheid van duurzaamheid te kunnen bereiken.”
Daarbij kijkt het bedrijf nadrukkelijk verder dan de eigen expertise. “Zo zijn we bijvoorbeeld bezig met een traject rond bamboe en dan ga je in gesprek met specialisten van over de hele wereld. Juist door buiten het kleine kringetje van de bouwwereld te kijken zoals dat eerst veel gebeurde, komt er meer en meer doorontwikkeling en opschaling van de grond.”
De blik vooruit
De toekomst van Hendriks draait volgens Carl vooral om die opschaling. “Verder opschalen, zodat oplossingen waarvan we merken dat ze werken, breder toepasbaar zijn. Een voorbeeld hiervan zijn onze TerugWINwoningen. Eerst bouwden we er een, het volgende traject worden het er zeven en daarna twintig. Het groeit. Je begint met een pilot en dan ga je door.”
Ook ziet hij een rol voor de overheid. “Subsidies werken vooral om iets aan te zwengelen, niet om het in stand te houden. Ik zie bijvoorbeeld mogelijkheden in een CO2-tax. Dat zou echt kunnen bijdragen aan het realistischer maken van de prijzen en het aantrekkelijker maken van duurzame bouw.”
Wat betreft de toekomst van Hendriks zelf, houdt Carl de blik open: “We zijn nu vooral lokaal bezig, maar wie weet wat er nog gaat gebeuren.”
Meer artikelen uit deze editie
Je leest nu editie 5
Ontdek ook onze andere edities





