Rekenkamer twijfelt aan effect Woningbouwimpuls: nauwelijks snellere of extra woningbouw

De Algemene Rekenkamer twijfelt of de honderden miljoenen euro’s die de overheid sinds 2020 via de zogenoemde Woningbouwimpuls (Wbi) heeft uitgekeerd, daadwerkelijk hebben geleid tot meer of snellere woningbouw. De regeling, waarvoor in totaal 2,25 miljard euro is gereserveerd, moest gemeenten helpen sneller, meer en meer betaalbare woningen te realiseren. Alleen aan dat laatste doel lijkt volgens de Rekenkamer te zijn voldaan.
Uit onderzoek blijkt dat de Wbi niet zorgt voor versnelling van de bouw. In slechts 62 procent van de gevallen begon de bouw binnen drie jaar na toekenning van het geld, terwijl dat bij projecten zonder bijdrage 67 procent was. Bovendien liep driekwart van de gesubsidieerde projecten vertraging op, soms tot twee jaar. De Rekenkamer stelt dat meer publiek geld niet de oplossing is, omdat vertraging vaak wordt veroorzaakt door lange procedures, personeelstekorten of bezwaarprocedures.
Ook is het onduidelijk of de regeling tot meer woningen heeft geleid. Zowel projecten met als zonder bijdrage gingen in de meeste gevallen gewoon door. De Rekenkamer kan niet vaststellen of de gesubsidieerde projecten zonder Wbi anders niet gerealiseerd zouden zijn.
Wel heeft de Wbi een duidelijk positief effect op de betaalbaarheid: bij projecten met een rijksbijdrage bleef het aandeel betaalbare woningen op peil, terwijl dat bij niet-gesubsidieerde projecten vaak daalde.
De Rekenkamer adviseert om de regeling te heroverwegen of fundamenteel aan te passen. Een mogelijkheid is om de Wbi uitsluitend te richten op betaalbare woningbouw of op complexe projecten die anders moeilijk van de grond komen. Daarnaast is volgens de Rekenkamer flankerend beleid nodig, zoals het verkorten van procedures en het beschikbaar maken van meer bouwlocaties.
Demissionair minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting) is het niet eens met de conclusies. Zij stelt dat de Wbi een belangrijke bijdrage levert aan de versnelling van betaalbare woningbouw en dat projecten moeilijk met elkaar te vergelijken zijn. Volgens haar voorkomt de regeling dat plannen uitgesteld of geschrapt worden en dat wordt ingeboet op de betaalbaarheid en kwaliteit van de leefomgeving.
Bron: Algemene Rekenkamer - 30 september 2025
Foto: Unsplash

